Skip to main content

Hij leidde geen multinational, maar ‘een van de grootste ngo’s ter wereld’. Paul Polman wilde als topman van Unilever de wereld veranderen. Aan het einde van zijn carrière merkt hij ruw dat zijn evangelie niet overal is aangekomen.

bron: FD
door: Jan Braaksma

Polman is niet de eerste binnen Unilever die het beste voorheeft met de wereld, beschrijft journalist Jeroen Smit in zijn boek Het grote gevecht. De geboren Enschedeër is wel de radicaalste. Waar anderen geld willen verdienen om het goede te doen, vindt Polman dat Unilever geld moet verdienen door het goede te doen.

De nadruk ligt in het boek op de periode waarin Paul Polman topman was, van 2009 tot 2019. In een historische vogelvlucht laat Smit zien dat de dilemma’s waarmee de topman te maken krijgt niet nieuw zijn. Unilever worstelt al decennia met de tegenstellingen tussen Britten en Nederlanders, tussen geld verdienen, vernieuwen en duurzaamheidsidealen.

Polman is de eerste Unilever-topman die van buiten komt. Hij maakte carrière bij concurrenten Procter & Gamble en Nestlé. Zijn voornaamste missie: de omzet van de maker van Dove-zeep en Calvé-pindakaas weer laten groeien. Polman legt de lat hoog. In 2020 moet de omzet van Unilever verdubbeld zijn. Tegelijkertijd moet de impact van het bedrijf op het milieu gehalveerd zijn.

Smit zet Polman neer als een bevlogen man, die keihard werkt. Hij combineert het leiden van Unilever met werk in allerlei commissies, onder meer bij de Verenigde Naties. Onvermoeibaar vertelt hij zijn toehoorders dat bedrijven een beslissende rol moeten spelen in het verbeteren van de wereld.

Smit schrijft in zijn nawoord dat hij na twee boeken over falend leiderschap nu wel eens een boek wilde schrijven over ‘een ceo die het goede voorbeeld geeft’. Toch is Het grote gevecht geen heiligverklaring van Paul Polman. De topman is ongeduldig, vindt anderen snel dom en lui, luistert slecht en wordt snel kwaad.

Polman is geen teamspeler. Hij zorgt dat zijn ondergeschikten alleen aan hem rapporteren, zodat hij als enige alle informatie heeft. Financieel directeur Jean-Marc Huët haakt gefrustreerd af. Hij voelt zich gedegradeerd tot boekhouder, terwijl hij overnames wil doen en wil meedenken over de strategie.

Unilever-managers
morren dat hun topman wel erg weinig aandacht voor het bedrijf heeft, commissarissen vrezen dat alle lof hem naar het hoofd gestegen is.

Ook in de buitenwereld dendert Polman af en toe als een olifant door de porseleinkast. Analisten noemt hij steevast spreadsheet monkeys, aandeelhouders richten zich veel te veel op de korte termijn. Hij ruziet met journalisten, met het headhuntersbureau dat hem heeft aangedragen bij Unilever.

Liever gaat hij op bezoek bij de paus, presidenten en andere hoogwaardigheidsbekleders. Dat keert zich tegen Polman. Is de ceo verslaafd geraakt aan optredens, aan applaus? Unilever-managers morren dat hun topman wel erg weinig aandacht voor het bedrijf heeft, commissarissen vrezen dat alle lof hem naar het hoofd gestegen is. Zulke passages laten zien dat Smit, die voor het boek 163 gesprekken voerde met betrokkenen, diep is doorgedrongen tot de binnenwereld van Unilever.

Jeroen Smit (56) is journalist. Hij schreef onder meer voor het Financieele Dagblad en het Algemeen Dagblad. Ook was hij hoofdredacteur bij FEM/De Week en hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Smit maakte naam met boeken over twee catastrofes die het Nederlandse bedrijfsleven begin deze eeuw op zijn kop zetten: Het drama Ahold en De prooi, blinde trots breekt ABN Amro.

Smit besloot dat er een boek over Unilever, met Polman in de hoofdrol, moest komen toen het concern begin 2017 een ongevraagd miljardenbod van het Amerikaanse Kraft Heinz wist af te slaan. In de nasleep daarvan koos het bedrijf ervoor een einde te maken aan zijn duale structuur, met een hoofdkantoor in Londen en Rotterdam. Dat leidde in Nederland tot een fel debat over de afschaffing van de dividendbelasting.

In deze twee explosieve dossiers kleurt Smit vooral details in die in eerdere reconstructies ontbraken. Afgezien van het nieuws dat Kraft Heinz Polman $200 mln zou hebben geboden als Unilever in zou gaan op de avances van de Amerikanen, blijven radicaal nieuwe inzichten uit over wat zich achter de schermen heeft afgespeeld – of iets gevoeligs als de exacte inhoud van het sms’je van Polman aan premier Rutte, dat de overheid weigert vrij te geven. Dat is jammer, zeker voor de lezer die dit nieuws op de voet heeft gevolgd.

De aanval van Kraft Heinz, de mislukte verhuizing en het door de rel over de dividendbelasting gebutste imago van Unilever vormen een tragisch einde van een topman die geen genoegen nam met het veranderen van de regels van het spel. Polman wilde een ander spel spelen. Maar niet voor niets luidt de ondertitel van het boek Het eenzame gelijk van Paul Polman: voorlopig is hij daarin een uitzondering.

bron: FD
door: Jan Braaksma
foto: worldeconomicforum & Binh Tran