Skip to main content

Op donderdag 8 maart 2018 heeft de voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, Tjibbe Joustra, het eerste exemplaar van boek aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Kajsa Ollongren. Tijdens deze bijeenkomst is door Piet Hein Donner, vice-president van de Raad van State, en onderzoeksjournalist Jeroen Smit gereflecteerd op het onderwerp onafhankelijk onderzoek.

Dank mevrouw Van Asselt, ik zoem graag in op het door dit rapport herhaaldelijk onderstreepte publieke belang van ?een gezaghebbende tegenmacht?. Dit in de wetenschap dat uw prachtige Raad niet in haar eentje in die behoefte kan voorzien. Daarvoor zijn ook veel goed ingevoerde onafhankelijke journalisten nodig.

Dank ook voor een mooi, goed geschreven rapport?Dat is belangrijk: ik ben als schrijvend journalist opgevoed in krantenland?.Bij het Financieel Dagblad heb ik 28 jaar geleden geleerd: wat je opschrijft moet kloppen?bij het Algemeen Dagblad heb ik daarna geleerd: wat je opschrijft moet ook gelezen worden?.. Want je kan iets nog zo goed uitzoeken, als je de lezer niet bereikt?..is er geen verdienmodel ?.en valt de krant om.

Die krantenredacties beschouw ik nog steeds als de moeder van de journalistiek. Daar is, beschermd door redactiestatuten, nog een beetje ruimte voor die zo belangrijke het publiek belang dienende onafhankelijke journalistieke waarheidsvinding. Met een hoofdrol voor die, ik schat nog zo?n 2500 journalisten, die van een krant de ruimte krijgen/nemen om zich te verdiepen, te specialiseren?

Dat specialiseren, je dagen, weken, maanden verdiepen in een onderwerp is een voorwaarde (daar weet de Onderzoeksraad alles van) om tot iets goeds te komen. Alleen door van de hoed en de rand te weten ben je als journalist in staat om tot dat optimum tussen betrouwbaar en toegankelijk te komen. Om te beginnen moet je weten waar je moet zoeken, wie je moet zoeken en welke vragen je moet stellen. En als dat werk is verzet heb je op basis van de opgebouwde kennis en het verkregen overzicht het vertrouwen ontwikkeld om goed getimede keuzes te maken en de resultaten van het onderzoek op voor grote groepen burgers betrouwbare en verteerbare wijze te presenteren.

Dat is echt een vak dames en heren, dat staat gelukkig ook zo mooi in uw rapport, ik citeer: burgers beschikken niet over de tijd, de expertise en de informatie om verantwoordelijken tot de orde te roepen.

Verdieping, onderzoek, keuzes maken?het kost inspanning/ tijd. En dus geld. En dat is een probleem: het is genoegzaam bekend dat het verdienmodel van die bastions van onafhankelijk onderzoek grotendeels vernietigd is door onvermijdelijke technologische ontwikkelingen. De 50 procent van de inkomsten die kranten traditioneel uit advertenties haalden, wordt voor het overgrote deel aan Google en Facebook over gemaakt?En die andere 50 procent die aan betalende abonnees werd verdiend, is rap dalende omdat de prijs van digitale abonnementen fors lager ligt dan die van de papieren krant. Overeind blijven betekent voor veel kranten al jarenlang: kosten besparen. En dan vooral op de grootste kostenpost: redacties.

En dat betekent dat heel veel onafhankelijk onderzoek, vooral lokaal, niet meer wordt gedaan. Dat is rampzalig. U schrijft het in uw rapport, ik citeer: in een tijd waarin de tevredenheid over het functioneren van de democratie afneemt, is onafhankelijk onderzoek relevanter dan ooit. Burgers zullen zich gesterkt voelen als zij ervaren dat kritische, onafhankelijke deskundigen zich namens hen vastbijten in een zaak van maatschappelijk belang. Een gezaghebbende tegenmacht kan burgers het vertrouwen geven dat ze leven in een goed functionerende democratische rechtsstaat.

Eens! Als iets onze samenleving bedreigt dan is het dat groeiende wantrouwen, dat resulteert in een gevoel van onveiligheid/eenzaamheid/nergens bij horen?. Mensen voelen zich veilig in een omgeving waarin ze begrijpen wat er gebeurt, het idee hebben dat ze erbij kunnen, dat er naar ze geluisterd wordt?.ze meedoen.

Niet goed ge?nformeerde burgers zijn angstige burgers en die kunnen angstaanjagende keuzes maken. Ze kunnen ervoor zorgen dat de macht in verkeerde handen komt. En als die nieuwe machthebbers dan ook nog eens besluiten dat alles wat ze niet bevalt nepnieuws is, ?nou ja?de geschiedenis en de actualiteit laten zien wat er dan kan gebeuren. Er gaat geloof ik een zucht van opluchting door de zaal, want Amerika, Rusland en China, het is ver weg?.maar dat is natuurlijk niet zo. Het is overal, om de hoek en het houdt nooit op, is van alle tijden. Want macht corrumpeert altijd en overal!

Machtige mensen zijn succesvolle mensen en succesvolle mensen hebben de neiging, als het succes maar lang genoeg duurt, om in hun eigen waarheid te gaan geloven. Mensen om zich heen te verzamelen die ze aardig vinden. En u weet wat er dan gebeurt: dan stopt het luisteren en gaat het mis.

En dus moeten ze constant in de gaten worden gehouden. Dan is die ?tegenmacht?, mooi woord, essentieel. Natuurlijk in de eerste plaats op het moment dat er iets mis gaat of is gegaan?.dan moet het worden uitgezocht door journalisten (of door de Onderzoeksraad voor Veiligheid?..) ter lering en, eerlijk is eerlijk, vermaak.

Maar voorkomen is beter dan genezen en juist daar spelen onafhankelijke journalisten zo?n belangrijke rol. Ik ben ervan overtuigd dat machtige mensen, bijvoorbeeld wethouders, minstens een keer per week door een goed ingevoerde, messcherpe journalist aan de tand moeten worden gevoeld?.op de krant zeggen we dan tegen de chef?reken niet op mij: ik ga vandaag eens een rondje bellen, kritische vragen stellen?kijken wat ik tegen kom?.

Soms levert dat een verhaal op, maar vaak ook niet. Wat het wel oplevert en – dit is voor mijn boodschap vanmiddag essentieel – is de wetenschap bij die wethouder: er wordt op mij gelet.

Die wetenschap helpt ze om met beide benen op de grond te blijven staan?.geen bochtjes af te snijden,?want morgen hangt er weer een goed ingevoerde journalist aan de lijn. Wordt er weer op mij gelet. Er wordt constant op mij gelet.

Dit is het maatschappelijk rendement van de journalistiek. Er moet volop ruimte voor zijn. Voor al de verhalen die uiteindelijk niet worden gemaakt, of toch, maar door vrijwel niemand worden gelezen, slechts door een paar mensen worden bekeken? Waarheidsvinding dus waar met geen mogelijkheid een verdienmodel aan kan worden gehangen? Terwijl het maatschappelijke rendement van machthebbers die netjes hun werk blijven doen natuurlijk van onschatbare waarde is.

Daar moeten we als samenleving in investeren. Mooi dat deze regering dat ook ziet, er jaarlijks 5 miljoen euro voor over heeft. Ik citeer uit het regeerakkoord : ?voor voldoende onafhankelijk journalistiek aanbod op lokaal en regionaal niveau. Mooi ook dat daarbij ?de samenwerking tussen publiek en privaat wordt bevorderd.? Ik hoop vooral dat het geld zal worden besteed aan 100-150 stage-ervaringsplaatsen op lokale redacties, zodat daar de ruimte groeit voor die zo belangrijke verdieping, dat maatschappelijke rendement?. Uit mijn Groningse tijd als hoogleraar weet ik dat er veel fantastische jonge goed opgeleide journalisten klaar staan om hun talenten tot wasdom te laten komen.

Het helpt en het is een druppel op de gloeiende plaat als het om de enorme verschraling van de lokale journalistiek gaat. En daarom wil ik afronden met een oproep. Er is persoonlijke moed van bestuurders voor nodig om dit probleem van tanend vertrouwen in mensen met macht (van directeuren tot rechters, en van dokters tot wethouders) fundamenteel aan te pakken.

Want de markt betaalt het niet meer, stelt onvoldoende middelen beschikbaar. En Google en Facebook zetten hun enorme verdiensten maar zeer beperkt in voor onafhankelijke waarheidsvinding. Dus moeten wijze/moedige bestuurders die journalistieke checks and balances gaan organiseren, daar zelfs gemeenschapsgeld voor gaan gebruiken. Omdat het om een nutsfunctie in het belang van de gemeenschap gaat. En in hun eigen belang is. Want als ze dit goed doen, vergroten ze ook hun eigen legitimiteit als bestuurder. Echte goede bestuurders snakken ernaar om elke week door een lastige goed ingevoerde journalist te worden gebeld. Die houdt ze scherp. Toch?

Ik weet het: dit ligt gevoelig: een publiek-privaat spanningsveld. Maar ik geloof dat juist op gemeentelijk niveau onafhankelijke waarheidsvinding prima kan worden gestimuleerd door journalistiek ondernemerschap mogelijk te maken. Het vraagt om vertrouwen, een nieuwe gemeenschappelijke taal om tot zo?n sociale onderneming te komen. Eentje die wat belastinggeld paart aan inkomsten uit abonnees en advertenties en er zo voor zorgt dat gemeentes weer over een onafhankelijke redactie kunnen beschikken. Een redactie die burgers helpt zich veilig te voelen en weer vertrouwen de krijgen in hun bestuurders. Het goede nieuws: dit kost bij lange niet zoveel als de investeringen die de afgelopen 30 jaar zijn gedaan in het opbouwen van vaak enorme afdelingen communicatie-voorlichting. Er zijn 10 keer zoveel voorlichters als journalisten. Ik vraag me al heel lang af of die nou werkelijk bijdragen aan de kwaliteit van de onafhankelijke waarheidsvinding en een gevoel van veiligheid in de samenleving?.ook een mooi onderzoek waard trouwens!

Om in lentesfeer te blijven: er is een zwaluw. Op initiatief van D66 en ChristenUnie heeft de gemeenteraad in Leiden een paar maanden geleden ingestemd met de oprichting van onafhankelijk mediafonds: een kwart miljoen euro. Journalisten kunnen hier aanvragen doen voor onderzoek waar nu nergens budget voor is. Met als voorwaarde dat de vruchten van hun werk voor iedereen gratis beschikbaar zijn. Want zoals een van de raadsleden het stelde: ?het is belangrijk dat mensen snappen wat wij hier doen. We hebben media nodig om ons werk te verbeteren.?

En zo is het: gezaghebbenden hebben journalisten, een gezaghebbende tegenmacht, nodig om hun werk op vertrouwenwekkende wijze te kunnen doen en ervoor te zorgen dat burgers zich betrokken en veilig voelen.