Toen ik las dat ook de Hema wankelt (alweer wankelt, moet je eigenlijk zeggen, want de Hema wankelt wel vaker), surfde ik gealarmeerd naar een van mijn favoriete opschrijfboekjesontwerpers (Amerikaans, ze doen veel dingen met katten en ze gebruiken extra dik roomkleurig papier en een inbindtechniek van ongeëvenaarde kwaliteit) om me ervan te vergewissen dat die de crisis overleeft. Ze zijn er nog, schrijven ze, en ik bestelde voor een obsceen bedrag opschrijfboekjes die ik niet nodig heb.
bron: Volkskrant
door: Sheila Sitalsing
Op de afrekenpagina staat een uitgebreid dankjewel, gevolgd door de mededeling dat ze onder de huidige omstandigheden een no-refundbeleid hanteren. Ze kunnen ook niet garanderen dat internationale bestellingen aankomen, ze kunnen eigenlijk niks garanderen. Onbevreesd drukte ik op betalen. Zolang ze maar blijven.
Bij de Hema, die ook uitstekende opschrijfboekjes heeft, had ik niet de aanvechting om steunaankopen te doen. En al helemaal niet toen bekend werd dat het zijn verhuurders heeft laten weten zichzelf een huurverlaging cadeau te doen in april en mei. Wegens crisis.
Begrijp me goed: geen kwaad woord over de Hema. De Hema is cultuur. De Hema is een held die het onversaagd opnam tegen zwartepietstrijders (voor de jongere lezers: dat is een bepaald slag mensen dat in de pre-coronawereld voorkwam, het had neiging tot agressie en een voorkeur voor hoofdletters, en het zou in niet-coronatijden rond deze periode allang erop uit zijn getrokken op ezels, zwaaiend met blikken zwaarden, om op te roepen tot een boycot van de Hema wegens te weinig ‘Pasen’ op de Paasspullen).
De Hema moet, kortom, blijven.
Maar de Hema is ook eigendom van Marcel Boekhoorn, pandaliefhebber en miljardair. ‘Onbegrijpelijk’, zei Jeroen Smit, chroniqueur van het Nederlandse bedrijfsleven, daarom ‘dat zo’n ondernemer met zo’n maatregel komt’, donderdagavond bij Jinek.
Met uitstekende oneliners – ‘In een crisis worden de leiders van de losers gescheiden’ – fileerde Smit ondernemers (hij tekende er nog net geen aanhalingstekens in de lucht bij) die bij mooi weer hun zakken vullen, en bij slecht weer vooraan staan om ach en wee te brullen. Types die de crisis misbruiken om er voortvarend mensen uit te gooien, de betaaltermijn aan leveranciers zonder overleg te verhogen, de huur eenzijdig te halveren en ander afwentelgedrag te vertonen.
De naam John de Mol, ook miljardair, viel. Net als de naam Action, eigendom van de Britse roofkapitalisten van 3i die de afgelopen jaren zijn binnengelopen met de goedkope-meukwinkel. Eigenaren die best een veer kunnen laten. Die prima met een minder jaar genoegen kunnen nemen, zonder elke tegenslag jankend door te spelen naar de machtelozen. Of naar de staat.
In het kader van de leiders die het van de losers winnen, kwam het begrip ‘familiebedrijf’ ter sprake. Bedrijven waar volgens Smit de eigenaren ‘uit eigen zak bijspringen, dan maar een jaar geen winst’. Al past daar de aantekening bij dat ik familiebedrijven ken waar minder nobel wordt gedacht over ‘bijspringen uit eigen zak’, waar ze ‘dan maar een jaar geen winst’ smerige watjestaal vinden, en waar de flexibele schil graag als boksbal wordt gebruikt.
Steeds luider klinken de laatste dagen de pleidooien om het bedrijfsleven weer open te gooien, nu de eerste ondernemers beginnen dood te bloeden. Om na te denken over ‘een exitstrategie’. Een tv-presentator sprak er schande van dat onze welvaart wordt opgeofferd aan ‘80-plussers die te dik zijn en gerookt hebben’ – waarmee andermaal bewezen is dat langdurige blootstelling aan televisie rare dingen met iemands hoofd kan doen.
Ik voel meer voor de Jeroen Smit-strategie: laten we de leiders bijstaan en de losers negeren.